Of ben ik gewoon aan het ronddobberen?

Je leert nieuwe dingen, je groeit, je checkt hier en daar wat vinkjes af. Lekker! Vooruitgang! Toch? Dat hoeft niet zo te zijn. Soms ga je een kant op die je (achteraf gezien) helemaal niet wilt. En dan bekruipt je de lastige vraag: wat wil je dan wel? Lees hier hoe je daar achter komt.

Navigeren zonder kaart

Je zou denken: als je jezelf ontwikkelt, dan zit je sowieso goed. Maar evolueren betekent niet automatisch dat je de goeie kant op beweegt. Je kunt ook gewoon als een dolgedraaide robotstofzuiger alle kanten op gaan.

Want ja, wat ís eigenlijk “de goede kant”?

Mogelijkheden? Meer dan genoeg

Als iets stress oplevert, is het wel het idee dat alles mogelijk is. Jij kunt alles leren, alles proberen, overal naartoe. Dankzij technologie en een globale economie ligt de wereld aan je voeten.

Maar dat is dus ook meteen het probleem.

Keuzestress galore. FOMO! Als jij een echte draaikont bent (oftewel iemand die nieuwsgierig is, veel kan, en niet per se in één hokje past), dan voelt het als jezelf in duizend stukjes opsplitsen.

Geen doelen? Of juist véél te veel?

Al die mogelijkheden kunnen tot twee dingen leiden:

1: Je hebt geen doel. Je doet maar wat, ziet wel waar het schip strandt.

2: Je hebt 28 doelen tegelijk. En je wil ze allemaal nu bereiken.

En beide opties zijn minder handig.

Zonder doel vaar je met een zeilboot zonder bestemming. Dat kan leuk zijn, maar het kan ook zorgen dat de wind je ergens heen voert waar je niet wilt zijn.

Met te veel doelen scheur je jezelf uit elkaar: je wilt een topcarrière, én rust, én reizen, én fit zijn, én driehonderd sociale contacten onderhouden. Dat past niet in één leven. Niet tegelijk, in ieder geval.

Wat wil je later worden als je groot bent?
Teveel doelen is niet goed, te weinig ook niet. Wat is dan wijsheid? Om daar achter te komen moet je naar het grotere plaatje kijken. Stel jezelf deze vraag:

“Wat wil je later worden als je groot bent?”

Niet alleen qua werk trouwens. Denk breder.

Hoe voel je je dan? Hoe ziet je dag eruit? Waar woon je? Met wie? Wat doe je als je wakker wordt? Heb je een eigen moestuin of liggen er alleen tegels? Is je agenda leeg of vol?

Projecteer jezelf eens 10, 30, of zelfs 50 jaar vooruit.

Niet om je leven strak te plannen, maar om een gevoel te krijgen van richting. Pas als jij een beetje weet waar je heen wilt, kun je bepalen of je überhaupt die kant op beweegt.

De route wordt vanzelf duidelijk

Als je weet hoe je toekomst eruit mag zien, vallen de doelen vaak vanzelf op hun plek. Je merkt wat past en wat niet. En als iets niet meer past, kun je bijsturen. Zeil iets naar links, laat wat wind los, kies opnieuw koers.

Dus, ga je de goede kant op? Dat ligt aan waar jij eigenlijk naartoe wílt.

En nee, je hoeft het nu nog niet 100% zeker te weten. Als je maar af en toe checkt of je nog op koers ligt.

2 oefeningen om je koers te bepalen

Oefening 1: Alles is mogelijk

Zoek een voor jou ontspannen houding, sluit je ogen en stel je het volgende voor….

Alles is mogelijk. Je hebt tijd genoeg. Je hebt geld genoeg. Alle technieken, talenten, vaardigheden, competenties en kennis zijn aanwezig. Wat ga je doen? Wat wil je zijn? Wie wil je zijn? Waar ga je heen? Met wie?

Neem er zo lang voor als je wilt en leg je droom vast in woord, beeld of geluid.

Oefening 2: Terug naar je kindertijd

Volwassen zijn doet rare dingen met je. Misschien heb je je dromen wel weggestopt. Ze zitten als het ware achter slot en grendel in je hoofd en in je lijf. Gelukkig zit er nog een kind in je. En dat kind heeft de sleutel. Stel jezelf deze vragen:

Wat vond ik vroeger het leukst om te doen? Tekenen? Schrijven? Sporten? Hutten bouwen?

En? Waren dit loze dromen? Of is het tijd om ze af te stoffen en er voor te gaan!